Genesis 49:6-11 BasisBijbel (BB)

6. Ik ben het niet eens met hun plannen. Ik wil er niets mee te maken hebben. In hun woede hebben ze mannen gedood en in hun wraak hebben ze ossen kreupel gemaakt.

7. Hun woede is vervloekt, want die was groot. En hun wraak is vervloekt, want die was wreed. Ik zal hun families verspreiden over de stammen van Israël.

8. Juda, je zal door je broers worden geprezen. Je zal je vijanden overwinnen. Je eigen broers zullen voor je buigen.

9. Je lijkt op een jonge leeuw die na de jacht, als hij zijn prooi heeft opgegeten, op een hoge plaats gaat rusten. Wie zal hem daar durven storen?

10. De koningsstaf zal altijd in zijn hand zijn. Zijn heersersstaf zal altijd regeren, totdat Silo [ (= 'Vredevorst') ] komt. Alle volken zullen hem gehoorzamen.

11. Hij zal zijn ezel aan de wijnstruik binden, het jong van de ezel aan de beste wijnstruik. Hij zal zijn kleren wassen in wijn en zijn mantel in druivensap.

Genesis 49