37. Izaäk antwoordde: "Ik heb hem tot heerser over jou gemaakt. Ik heb al zijn broers tot zijn knechten gemaakt. Ik heb hem graan en wijn gegeven. Wat kan ik dan nog voor jou doen, mijn zoon?"
38. Hevig huilend antwoordde Ezau zijn vader: "Heeft u alleen die ene zegen, vader? Zegen mij alstublieft óók, vader!"
39. Toen antwoordde zijn vader: "Je zal ver van vruchtbare grond wonen, zonder dauw van de hemel.