1. Hierna zei de Heer tegen Abram: "Wees niet bang, Abram. Ik ben jouw schild [ dat jou beschermt ]. Ik ben Zelf jouw grote beloning."
2. Abram zei: "Heer God, wat wilt U mij dan geven? Want ik zal sterven zonder kinderen gekregen te hebben. Mijn knecht Eliëzer uit Damaskus beheert mijn huis.