8. Uit de familie van Sefatja: Zebadja, de zoon van Michaël, met 80 mannen.
9. Uit de familie van Joab: Obadja, de zoon van Jehiël, met 218 mannen.
10. Uit de familie van Bani: Selomit, de zoon van Josifja, met 160 mannen.
11. Uit de familie van Bebai: Zacharia, de zoon van Bebai, met 28 mannen.
12. Uit de familie van Azgad: Johanan, de zoon van Katan, met 110 mannen.
13. Uit de familie van Adonikam: Elifelet, Jehiël, en Semaja. Maar zij gingen pas later. Zij kwamen met 60 mannen.
14. Uit de familie van Bigvai: Utai en Zabbud, met 70 mannen.