19. Daarover legde hij de tentkleden en tenslotte het dekkleed – zoals de Heer het hem had bevolen.
20. Hij nam de platte stenen van het verbond en legde die in de kist. Hij schoof de draagstokken [ in de ringen ] aan de kist. Daarna legde hij het vergevings-deksel op de kist.
21. Hij bracht de kist naar het achterste deel van de tent en hing het gordijn op, zodat niemand de kist meer kon zien – zoals de Heer het Mozes had bevolen.
22. Hij zette de tafel in de tent van ontmoeting aan de noordkant van de tent, bij het gordijn naar de allerheiligste kamer.