Exodus 27:9-14 BasisBijbel (BB)

9. Maak een omheining rond de tent. Aan de zuidkant komt een doek van fijn linnen van 100 el [ (45 m) ].

10. Het hangt aan 20 palen die allemaal in een koperen voetstuk staan. Maak aan de palen haken en dwarsstangen van zilver [ om het gordijn aan vast te maken ].

11. Ook aan de noordkant komt een doek van 100 el, aan 20 palen die allemaal in een koperen voetstuk staan. Maak aan de palen haken en dwarsstangen van zilver [ om het doek aan vast te maken ].

12. Aan de westkant komt een doek van 50 el [ (22½ m) ].

13. Ook de oostkant wordt 50 el.

14. Hang daarvoor rechts van de ingang een doek van 15 el [ (6,75 m) ], met drie palen die alle drie in een [ koperen ] voetstuk staan.

Exodus 27