28. Want anders zullen de Egyptenaren zeggen: 'Omdat de Heer hen niet kón brengen in het land dat Hij hun had beloofd, heeft Hij hen uit Egypte meegenomen. Hij haatte hen. Hij wilde hen doden in de woestijn!'
29. Zij zijn toch uw volk en uw eigendom. U heeft hen door uw grote kracht en macht gered.'