Deuteronomium 32:10-12 BasisBijbel (BB)

10. Hij vond hen in de steppen,in de wildernis waar de wind over de vlakten huilt.Hij leidde hen, onderwees hen, beschermde hen als zijn lieveling.

11. Zoals een arend zijn nest bewaakten zijn vleugels boven zijn jongen uitspreidt,en zoals hij een jong oppakt en het op zijn vleugels draagt,

12. zó heeft de Heer het volk geleid, alleen.Geen andere god heeft Hem daarbij geholpen.

Deuteronomium 32