3. Jullie hebben zelf de grote rampen en wonderen gezien.
4. Maar jullie hebben het niet wérkelijk begrepen, jullie hebben het niet wérkelijk gezien en jullie hebben het niet wérkelijk gehoord. Tot de dag van vandaag is het niet wérkelijk tot jullie doorgedrongen.
5. De Heer zegt: 'Ik heb jullie 40 jaar door de woestijn laten trekken. Ik heb jullie aldoor geleid. De kleren die jullie droegen zijn niet versleten, en de schoenen aan jullie voeten zijn niet kapot gegaan.
6. Jullie hebben geen brood gegeten of wijn gedronken. Zo zouden jullie toegeven dat Ik jullie Heer God ben.'