23. Toen stak Abner hem zó hard met de achterkant van zijn speer in zijn buik, dat hij er aan de andere kant weer uit kwam. Asaël viel neer en stierf. Iedereen die bij de plek kwam waar Asaël lag, bleef staan.
24. Maar Joab en Abisaï achtervolgden Abner. Toen de zon onderging kwamen ze bij de heuvel Amma. Die is aan de oostkant van Gia, langs de weg naar de woestijn van Gibeon.
25. Daar sloten de mannen van de stam van Benjamin zich bij Abner aan. Ze verzamelden zich op de top van de heuvel.
26. Abner riep naar Joab: "Moet het zwaard dan blijven doden? Begrijp je dan niet dat dit uitloopt op een vreselijke ramp? Hoelang ga je nog door, vóórdat je je mannen beveelt om te stoppen? We horen toch bij hetzelfde volk?"