2 Samuel 18:30-32 BasisBijbel (BB)

30. Toen zei de koning. "Kom hier opzij staan." Ahimaäz ging opzij en bleef daar staan.

31. Toen kwam de Ethiopiër. De Ethiopiër zei: "Mijn heer de koning, ik kom u goed nieuws brengen! De Heer is vandaag voor u opgekomen. Hij heeft de mannen die tegen u in opstand zijn gekomen, gestraft."

32. Maar de koning vroeg: "Is alles goed met de jongen, met Absalom?" De Ethiopiër zei: "Ik hoop dat met al uw vijanden en met alle mensen die tegen u in opstand komen hetzelfde zal gebeuren als met hem."

2 Samuel 18