2 Kronieken 33:20-23 BasisBijbel (BB)

20. Manasse stierf en werd in zijn paleis begraven. Zijn zoon Amon werd na hem koning van Juda.

21. Amon was 22 jaar toen hij koning werd. Hij regeerde twee jaar in Jeruzalem.

22. Hij leefde niet zoals de Heer het wil, net als zijn vader Manasse. Amon aanbad de goden die zijn vader Manasse had gemaakt en bracht er offers aan.

23. Maar hij kreeg er geen spijt van, zoals zijn vader Manasse. Amons schuld tegenover de Heer werd steeds groter.

2 Kronieken 33