5. Eén derde deel moet op wacht gaan staan bij het koninklijk paleis. En één derde deel moet de Surpoort bewaken. De andere mannen moeten op het voorplein van de tempel van de Heer blijven.
6. Zorg dat niemand de tempel van de Heer binnengaat. Alleen de priesters en de Levieten mogen naar binnen, omdat zij daar hun werk voor de Heer moeten doen. Maar alle andere mensen moeten zich houden aan de regels die de Heer heeft gegeven, en buiten blijven.
7. De Levieten gaan om de koning heen staan met hun wapens in de hand. Ze moeten iedereen doden die de tempel in wil gaan. Blijf bij de koning, waar hij ook heen gaat."
8. De Levieten en de aanvoerders deden precies wat Jojada had bevolen. Ze kwamen met al hun mannen naar hem toe: de mannen die op de heilige rustdag dienst hadden en de mannen die op heilige rustdag vrij hadden. Want de priester Jojada had niemand vrij gegeven.
9. De priester gaf hun speren en schilden. Dat waren de speren en schilden van koning David die in de tempel van de Heer werden bewaard.