9. Hij liet heel Juda en Benjamin naar Jeruzalem komen, samen met alle mannen uit andere stammen die zich bij hem hadden aangesloten. Want er waren veel mannen van de stammen van Efraïm, Manasse en Simeon overgelopen naar koning Asa. Ze kwamen naar hem toe, omdat ze merkten dat zijn Heer God met hem was.
10. En ze kwamen in Jeruzalem samen, in de derde maand. Asa regeerde toen 15 jaar.
11. Die dag offerden ze aan de Heer 700 koeien en 7000 schapen van de buit die ze hadden meegebracht.
12. Ze sloten een verbond met de Heer God. Ze beloofden dat ze Hem met hun hele hart en hele ziel zouden dienen.
13. Ze beloofden ook dat iedereen die de Heer, de God van Israël, niet zou dienen, gedood zou worden. Van hoog tot laag, man of vrouw.