6. Maar toen Joas 23 jaar koning was, waren de kapotte delen van de tempel nog steeds niet gemaakt.
7. Daarom riep Joas de priester Jojada bij zich. Hij vroeg hem: "Waarom repareren jullie de tempel niet? We zullen het voortaan zó doen: het [ los ]geld [ plus de giften ] van familieleden en vrienden mogen jullie niet langer voor jezelf houden. Maar dan hoeven jullie niet zelf de tempel te repareren."
8. De priesters vonden het goed om het op deze manier te doen, omdat zij dan niet zelf het werk hoefden te doen.