31. Gedor, Ahio en Zecher [ en Miklot ].
32. Miklot kreeg een zoon: Simea. Zij vertrokken uit Gibeon en gingen in Jeruzalem wonen.
33. Ner kreeg een zoon: Kis. Kis kreeg een zoon: Saul. Saul kreeg zonen: Jonatan, Malchisua, Abinadab en Esbaäl.
34. Jonatans zoon was Meribbaäl. Meribbaäl kreeg een zoon: Micha.