9. Want nu zijn onze kennis en ons profeteren nog onvolmaakt.
10. Maar als het volmaakte gekomen zal zijn, worden alle onvolmaakte dingen weggedaan.
11. [ Je kan het hiermee vergelijken: ] Toen ik nog een kind was, praatte ik als een kind, reageerde ik als een kind, dacht ik als een kind. Nu ik een man ben geworden, heb ik de kinderlijke manieren van doen weggedaan.