41. Stel dat er vreemdelingen vanuit een ver land naar deze tempel komen omdat ze van U hebben gehoord.
42. (Want de mensen zullen horen wie U bent. Ze zullen horen van uw grote macht en uw machtige daden. Ze zullen tot U komen bidden in deze tempel.)
43. Luister dan alstublieft vanuit de hemel, de plaats waar U eeuwig woont. Doe wat de vreemdelingen van U bidden. Dan zullen alle volken van de aarde U leren kennen. Ze zullen net zo'n diep ontzag voor U krijgen als uw volk Israël. En ze zullen toegeven dat U woont in deze tempel die ik heb gebouwd.
44. Stel dat uw volk op uw bevel gaat strijden tegen zijn vijanden, en uw volk bidt tot U in de richting van deze stad die U heeft uitgekozen, en in de richting van deze tempel die ik voor U heb gebouwd.
45. Luister dan alstublieft vanuit de hemel naar hun gebed. Kom dan alstublieft voor hen op [ zodat ze hun vijanden zullen verslaan ].