1 Koningen 2:33-36 BasisBijbel (BB)

33. Zo zullen hij en zijn familie worden gestraft voor de dood van twee onschuldige mannen. Maar David en zijn familie zullen voor altijd vrede hebben met de Heer."

34. Benaja vertrok weer en stak Joab dood. Joab werd in zijn huis in de woestijn begraven.

35. En de koning maakte Benaja in Joabs plaats aanvoerder van het leger. De priester Zadok maakte hij hogepriester in de plaats van Abjatar.

36. Daarna liet de koning Simeï komen. Hij zei tegen hem: "Bouw voor jezelf een huis in Jeruzalem en ga daar wonen. Je mag Jeruzalem niet verlaten. Je mag nergens heen.

1 Koningen 2