1. Elia bleef daar een poos wonen. Het had inmiddels al drie jaar niet geregend. Toen zei de Heer tegen Elia: "Ga naar koning Achab. Ik zal het weer laten regenen."
2. Elia ging naar koning Achab. Er was inmiddels grote hongersnood in Samaria.
3. Daarom had koning Achab zijn hofmaarschalk Obadja laten komen. (Obadja had diep ontzag voor de Heer.