16. Batseba knielde neer en boog zich diep voor David. Hij vroeg: "Wat is er?"
17. Ze antwoordde: "Mijn heer, u heeft mij bij uw Heer God gezworen dat Salomo na u koning zou worden.
18. Maar nu is Adonia koning geworden en u weet het niet eens.
19. Hij heeft grote aantallen koeien, geiten en schapen geslacht. Al uw zonen, de priester Abjatar en aanvoerder Joab zijn uitgenodigd [ voor het kroningsfeest ]. Alleen Salomo heeft hij niet uitgenodigd.
20. Maar Israël verwacht dat ú hun zal zeggen wie er na u koning zal zijn.
21. Als u niets doet, zullen mijn zoon Salomo en ik als opstandelingen worden gedood, zodra u bent gestorven."
22. Terwijl ze met de koning hierover sprak, kwam de profeet Natan naar de koning.
23. Een dienaar kwam de koning zeggen: "De profeet Natan is er." Toen Natan bij de koning was gekomen, boog hij diep.